Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en [2]werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; zegt: Babel [3]is ingenomen, [4]Bel is beschaamd, [5]Merodach is verpletterd, [6]haar [7]afgoden zijn beschaamd, haar [8]drekgoden zijn verpletterd! 2. Om elkeen tot opmerking te verwekken, en inzonderheid Gods volk, als door een teken of sein bijeen te roepen, en hun deze vreemde en anderszins ongelofelijke profetie van Babels gewissen val en ondergang, mitsgaders de verlossing van Gods volk, tot zijne eer en aller gelovigen troost, bekend te maken. De manier van spreken is genomen van krijgszaken. 3. Dat is, zal zo zekerlijk worden ingenomen, alsof het alrede geschied ware. Alzo in het volgende. 4. De voornaamste afgod der Babyloniers; zie Jes.46:1, en onder hfdst.51 vs.44. 5. Dit schijnt ook een naam van een afgod geweest te zijn, hoewel er ook koningen van Babel vermeld worden, die dien naam gevoerd hebben [zie Jes.39:1], vermoedelijk ter ere van dezen afgod, gelijk de kinderen Israels den naam Gods, Ia en El, veel in hunne namen gebruikt hebben, alzo deden de Babyloniers ook met den naam dezer afgoden, Bel en Nebo of Nebu, enz. 6. Van de stad Babel. 7. Zie van het Hebreeuwse woord 1 Sam.31:9, en 2 Sam.5:21. 8. Zie Lev.26:30.